Over ons

De Soete Inval maakt sinds december 2016 middeleeuwse muziek op festivals, markten, feesten en andere evenementen, zowel in Nederland als in het buitenland. Daarnaast kunnen we ook spelen op evenementen uit latere periodes, zoals de 17e eeuw (bv. 80-jarige oorlog) of 19e eeuw (bv. Dickens).

Hieronder leest u meer over onze bandleden en de instrumenten die wij gebruiken.

Bandleden

De Soete Inval bestaat uit meerdere bandleden, die afwisselend aanwezig zijn tijdens optredens:

Flip Rodenburg

doedelzakken, pommers, draailier, blokfluiten, zang

Flip begon zijn loopbaan als muzikant bij een studentengroepje dat muziek uit Middeleeuwen en Renaissance speelde. Zijn eerste doedelzak, gebouwd door Victor Nerinckx, schafte hij aan in 1973. Als straatmuzikant ontwikkelde hij de volgende jaren een geheel eigen stijl. Bovendien begon hij in deze tijd zijn eigen doedelzakken te bouwen.

Sinds 1984 maakt hij deel uit van de Groninger groep Törf . Ook was hij mede-oprichter van de groep Slag ende Stoot. Verder dirigeerde hij verschillende koren, zong in diverse (professionele) operaproducties en gaf cursussen voor o.a. de Stichting Volksmuziek Nederland en de Stichting Draailier en Doedelzak.

Flip’s zoektocht naar repertoire voor doedelzakken leidde tot een verzameling van meer dan tweeduizend melodieën en een grondige kennis van de ontwikkeling van de volkse, maar ook van de hoofse muziek vanaf de twaalfde eeuw tot nu.

Lenny de Rooy

doedelzak, zang

Gezien de muzikaliteit die in haar familie zit, was het al vroeg duidelijk dat Lenny een instrument zou gaan spelen.

Op haar 7e mocht ze vioollessen nemen. In 2007 besloot ze om ook doedelzak te gaan spelen. Dit bleek een goede klik, want ze heeft het instrument daarna nooit meer weggelegd!

Lenny speelt momenteel ook in balfolkband Androneda. In het verleden speelde ze in het duo Tweedledum & Tweedledee, waarmee ze optrad tijdens middeleeuwse, maar ook fantasyfestivals zoals Castlefest en de Midwinter fair in het Archeon.

Naar Lenny’s eigen website

Wigo van der Schoot

slagwerk

Geert van der Woude

doedelzak

In zijn jonge jaren speelde Geert klassiek gitaar, maar later raakte hij geïnteresseerd in volksmuziek en speelde hij dulcimer, trekzak en draailier, die hij zelf had gemaakt. Met vrienden speelde hij in een groep die optrad in koffiebars.

Via een vriend kreeg Geert een doedelzak te leen, maar later wilde hij er zelf eentje hebben. Daarmee kon hij deelnemen aan een stage van Stichting Draailier & Doedelzak en raakte hij daadwerkelijk verslingerd aan het instrument. Geert volgde vervolgens diverse stages bij deze stichting en gaf zelf kinderen les op de doedelzak.

Met ‘de Speellieden van Voorne’ speelde hij mee met verschillende historische schouwspelen die op het eiland Voorne-Putten werden gehouden. Geert is ook lid van muziekgroep Met Zak en As, waarmee hij in de loop van jaren bij een keur van historische feesten heeft opgetreden. De laatste jaren heeft hij ook veel gespeeld bij diverse folkbals in Rotterdam.

Alexandra Meinesz

doedelzakken, pommers, blokfluiten, slagwerk

Muziek heeft altijd een centrale rol gespeeld in Alexandra’s leven, alhoewel het zelf bespelen van een instrument een tijd lang naar de achtergrond verdween. Totdat ze op een festival in contact kwam met middeleeuwse muziek: hier bloeide de liefde voor blaasinstrumenten weer op, in het bijzonder voor de pommer en doedelzak.

Van het één kwam het ander. Van pommer naar altpommer en inmiddels bespeelt ze ook twee doedelzakken. En er is een nieuwe liefde… slagwerk.

Na ruimschoots ervaring te hebben opgedaan in een andere muziekgroep, besloot Alexandra De Soete Inval op te richten. Naast het maken van muziek besteedt ze ook veel van haar tijd aan illustratiewerk.

Jan Hecker

gemshoorns en doedelzakken

Jan heeft al van jongs af aan een hele brede muzikale belangstelling. Sinds 1984 is hij de vaste organist van de Noorse Kerk in Rotterdam. Maar daarvoor al begon hij Schotse doedelzak te spelen, uiteindelijk in de Nederlandse toenmalige top pipe band ‘City of Amsterdam’, die in die tijd in heel Europa tijdens competities prijzen won.

Vanaf 2010 verlegde hij zijn aandacht meer naar middeleeuwse doedelzakken. Daar bespeelt hij inmiddels verschillende van, waaronder de weinig gehoorde 13e-eeuwse Platerspiel. Inmiddels behoort ook de gemshoorn tot zijn instrumentarium.

Matthijs den Daas

slagwerk

Daan Kuijt

doedelzak, draailier, vedel

Daans muzikale leven begon met vioolles op zijn zevende. In zijn tienerjaren kwam hij in aanraking met middeleeuwse muziek in museumpark Archeon, waar hij enkele jaren als voornamelijk rebec spelende leerling-muzikant heeft rondgelopen en zichzelf onderdompelde in de muziek van 1100 tot 1500.

Toen de tijd rijp leek, ging Daan studeren aan het HKU Utrechts Conservatorium: Opleiding Docent Muziek. Na het afronden van het vak koorleiding in het derde jaar, besloot hij de opleiding niet af te maken. In die periode volgde hij een cursus Doedelzak bij Stichting Draailier en Doedelzak en was meteen verkocht. Sindsdien is hij ook weer te vinden als Middeleeuws Muzikant in Archeon; nu als ‘volleerd’ muzikant, op rebec, vedel, draailier en (zowel Vlaamse als Zweedse) doedelzak!

Daan is daarnaast actief als docent Peutermuziek en als koordirigent bij de Nieuwe Muziekschool Alphen, en als orkestleider bij Buurtband Ridderveld in Alphen aan den Rijn.

Onze instrumenten

We spelen op verschillende instrumenten, zodat de melodietjes zo goed mogelijk tot hun recht komen en het geluid afwisselend blijft. De instrumenten die we het meest gebruiken zijn de doedelzak, pommer, trommels en daarnaast ook de draailier.

Bij het woord ‘doedelzak’ denken de meeste mensen direct aan “dé Schotse doedelzak”. Hoewel de grote schotse “highland Pipes” het meest bekend is gebleven, kent alleen Schotland al drie of vier verschillende doedelzaktypen. Maar ooit had bijna iedere streek in Europa z’n eigen doedelzaktype. De geleerden zijn het volstrekt oneens over de ontstaansgeschiedenis van de doedelzakken: sommigen beweren dat het instrument oorspronkelijk uit Egypte komt, anderen wijzen naar Babylonie als land van oorsprong. Nog weer anderen stellen dat de kelten in het grijze verleden de doedelzak hebben uitgevonden en vervolgens over de hele bekende wereld hebben verspreid.

Onze instrumenten

Nog altijd hebben landen als Frankrijk en Spanje heel veel verschillende soorten doedelzakken. Wij spelen op onder meer de Lage Landen- doedelzak (uit onze eigen regio), de Spaanse gaita en de Italiaanse/Siciliaanse zampogna. De doedelzakken hebben verschillende stemmingen: sommige doedelzakken zijn in G, andere bijvoorbeeld in C. Dit betekent dat we niet zomaar alle wijsjes op alle doedelzakken kunnen spelen.

De pommer is een instrument uit de familie van de dubbelrietschalmeien en wordt ook wel bombarde genoemd. Het instrument is afkomstig uit het middenoosten. Het was een klein en buitengewoon luid toetertje dat, in combinatie met pauken, door de Saracenen werd gebruikt om tijdens veldslagen de vijand schrik aan te jagen. De kruisvaarders namen het mee naar Europa. Het lijkt een beetje op de speelpijp van een doedelzak en bevat net als de doedelzak een dubbelriet, maar het wordt direct met de mond aangeblazen in plaats van via druk te zetten op een zak vol lucht. In de loop van de middeleeuwen kreeg het kleine toetertje, schalmei genoemd, grotere familieleden die, omdat ze langer zijn, lager klinken.
Net als de doedelzak produceert de pommer een luide klank, zodat we de instrumenten goed met elkaar kunnen combineren. Ook onze pommers hebben verschillende stemmingen.

Trommels bestonden in de middeleeuwen in allerlei soorten en maten. Tegenwoordig hebben trommels een vleeshoepel, waarmee de rand van het vel versterkt wordt, en een touwhoepel, waardoor het touw gaat waarmee de trommel op spanning wordt gebracht. Middeleeuwse trommels hadden alleen een vleeshoepel, het spantouw liep door gaten in de rand van het vel. We gebruiken een tapan (of tupan) uit Macedonië of Bulgarije en een davul uit Turkije, die daar nog steeds op dezelfde manier worden gemaakt. Omdat deze trommels vrij plat zijn kan de speler op beide kanten van de trom slaan.
De landsknechtentrommel is wat kleiner, maar vooral een stuk hoger, dat wil zeggen dat de  afstand tussen de vellen veel groter is. Bij deze trommel slaat de speler alleen op het bovenste vel. Over het onderste vel is een snaar gespannen, waardoor deze trommel een heel andere klank heeft.